Hapalochlaena Maculosa
De zuidelijke blauwring octopus staat ook wel bekend onder de naam: minder blauwgeringde octopus
Kenmerken
Lengte: 20 cm
Gewicht: gemiddeld 38 gram
Het oppervlak van de zuidelijke blauwring octopus heeft een ruwe textuur en zit vol met rimpels. Als het dier rust dan is het goed gecamoufleerd. Hij is dan grijs tot beige met lichtbruine vlekken op het lichaam en de armen. Maar als de octopus wordt gestoord of bedreigd dan zullen speciale pigmentcellen in de huid, de chromatoporen, geactiveerd worden. Hierbij kunnen er wel 60 iriserende blauwe ringen op de mantel en armen verschijnen, welke als een waarschuwingsteken werken.
Gewicht: gemiddeld 38 gram
Het oppervlak van de zuidelijke blauwring octopus heeft een ruwe textuur en zit vol met rimpels. Als het dier rust dan is het goed gecamoufleerd. Hij is dan grijs tot beige met lichtbruine vlekken op het lichaam en de armen. Maar als de octopus wordt gestoord of bedreigd dan zullen speciale pigmentcellen in de huid, de chromatoporen, geactiveerd worden. Hierbij kunnen er wel 60 iriserende blauwe ringen op de mantel en armen verschijnen, welke als een waarschuwingsteken werken.
LevenscyclusDe levenscyclus van de H.maculosa vanaf paring tot het bereiken van de volwassen leeftijd duurt ongeveer 7 maanden. Het vrouwtje draagt de eieren tot ze na 2 maanden volgroeid zijn. Gedurende deze tijd eet het vrouwtje helemaal niks en overlijdt kort nadat de eieren zijn uitgekomen.
De jonge octopussen groeien snel en gaan jagen op levende prooi binnen 1 maand na geboorte. Er wordt gedacht dat de jonge octopussen al vanaf de geboorte giftig zijn. en hun blauwe ringen verschijnen als ze ongeveer 6 weken oud zijn. De H. maculosa is geslachtsrijp vanaf een leeftijd van slechts 4 maanden oud en beginnen eieren te leggen na ongeveer 5 maanden. Deze soort octopussen wordt niet ouder dan 1 jaar. |
Habitat
De zuidelijke blauwgeringde octopus komt over de hele zuidkust van Australië van west Australië tot Oost Victoria. Ze komen vooral voor in kustwateren op dieptes tot 50 meter. Ze worden gewoonlijk gevonden in ondiepe poelen, onder stenen en koralen of in het gezelschap van zakpijpen, vooral na een storm. Ze verbergen zich vaak in spleten, zeeschelpen of koraalpuin voor bescherming.